Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Ontwerpwijzer voetgangers
Deze tekst is gepubliceerd op 16-09-23

Gids- en geleidelijnen

Streef naar een zodanige inrichting van de buitenruimte dat ook mensen met visuele beperkingen zonder speciale voorzieningen hun weg kunnen vinden. Voorzie in het ontwerp zo veel mogelijk in ‘natuurlijke’ gidslijnen en het vrijhouden van de looproutes. Pas voorzieningen als geleidelijnen en specifieke markeringen alleen toe als het echt niet anders kan. Ontsluit belangrijke voorzieningen (zoals een gemeentehuis, theater, bibliotheek of zorginstelling) door routegeleiding, ook vanaf de dichtstbijzijnde bushalte.
Gidslijnen
Gidslijnen zijn duidelijk waarneembare/voelbare lijnen die de reiziger veilig kan volgen zonder obstakels tegen te komen. Voorbeelden van gidslijnen zijn een muur, een groenstrook en in sommige gevallen ook een lijnafwatering. Gidslijnen zijn herkenbaar aan een contrast in textuur of door een verschil in hoogte. Een hoogteverschil van 25 millimeter is voldoende voor een gidslijn. Bij de aanwezigheid van gidslijnen is het niet nodig om speciale voorzieningen (zoals geleidelijnen) te treffen.
Geleidelijnen
Geleidelijnen zijn voelbare of reflecterende lijnen op de grond die iemand met een visuele beperking kan volgen. Op deze manier kan hij eenvoudig een looproute voelen en dus volgen. Hoewel deze voorzieningen primair voor mensen met een visuele beperking zijn, profiteren ook andere voetgangers (bewust of onbewust) van de structuren en aanduidingen, bijvoorbeeld bij een oversteek.
Pas geleidelijnen alleen toe als gidslijnen ontbreken, behalve bij bushaltes; pas daar altijd geleidelijnen toe. Voor de toepassing van geleidelijnen gelden de volgende uitgangspunten:
  • geleidelijnen zijn altijd in twee richtingen te gebruiken;
  • geleidelijnen bevinden zich alleen binnen veilige, voor voetgangers bestemde gebieden.
Zie voor meer informatie over routegeleiding de Richtlijn Toegankelijkheid ().