31 Bewegwijzering
Bewegwijzering | |
Basisinformatie | |
Functie Bewegwijzering draagt bij aan een veilige en vlotte verkeersafwikkeling en helpt de weggebruiker zijn weg te vinden op het netwerk. Bewegwijzering moet eraan bijdragen dat het grootste deel van het verkeer de meest gewenste route volgt naar zijn bestemming. Dit over wegen die daar ook voor zijn ingericht. Verkeer wordt daarom zoveel mogelijk via gebiedsontsluitingswegen of bij gebrek daaraan via een erftoegangswegen type 1 naar de locaties met de grootste verkeersaantrekkende werking geleid (kernen, concentraties van verblijfsrecreatie, bedrijven et cetera.). De functie van bewegwijzering bedraagt geleiding van het verkeer over de meest ideale/gewenste routes naar bestemmingsconcentraties (kernen, buurten, recreatievoorzieningen et cetera.). Toe te passen door middel van:
Uitvoering Bewegwijzering kan worden toegepast door middel van bebording of markeringen. Verkeersborden moeten voldoen overeenkomstig de norm NEN 3381 (Wegmeubilair - Aanvullende eisen voor permanente verkeersborden [O12]. In de BABW [O13] inzake verkeerstekens staan bepalingen over de plaatsing van verkeersborden. Overwegingen
Alternatieven
Positieve effecten Het verkeer wordt geleid over de meest ideale/gewenste route. Negatieve effecten
Toepassing Deze maatregel biedt een mogelijke oplossing voor onder andere de volgende problematiek op dijk- en plattelandswegen (zie factsheet De problematiek van smalle dijk- en plattelandswegen [FS02] en Benaderingswijze – Probleemgericht [FS19]):
| |
Samenhang | Aandachtspunten |
|
|
Voorbeelden | |
n.v.t. | |
Meer informatie | |
|