9 Duurzaam Veilig op plattelandswegen
Duurzaam Veilig op plattelandswegen | |
Plattelandswegen verschillen onderling te veel. Hierdoor is er geen standaard wegprofiel mogelijk | |
Basisinformatie | |
Vanuit Duurzaam Veilig geen minimale richtlijnen voor wegprofielen Stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen, erftoegangswegen Duurzaam Veilig (SWOV, 2009) onderscheidt op hoofdlijnen drie wegcategorieën:
De visie achter Duurzaam Veilig, de indeling in wegtypes en richtlijnen voor de weginrichting zijn uitgebreid beschreven in het Handboek wegontwerp 2013 – Basiscriteria [W23]. Geen richtlijnen voor een minimale weginrichting plattelandswegen De smalle plattelandswegen uit dit kennisproduct behoren tot het type ‘erftoegangswegen’. Voor erftoegangswegen zijn in het Handboek wegontwerp 2013 – Erftoegangswegen [W24] geen richtlijnen voor een minimale weginrichting gedefinieerd. Dit in tegenstelling tot gebiedsontsluitingswegen en regionale stroomwegen. Voor erftoegangswegen buiten de bebouwde geldt slechts een ideale inrichting. Daarbij worden twee subtypen onderscheiden:
De dwarsprofielen voor beide wegtypen (geen richtlijn, slechts ideale inrichting) zijn bepaald op basis van een standaardmaatvoering van de verschillende ontwerpelementen. Deze wegprofielen zijn opgenomen in Handboek wegontwerp 2013 – Erftoegangswegen [W24]. De dwarsprofielen geven informatie over de onderdelen waaruit het profiel is opgebouwd, onderscheiden naar een ideale, gebruikelijke en minimale maatvoering. Grote verschillen tussen erftoegangswegen buiten de kom Het is niet voor niets dat vanuit Duurzaam Veilig geen minimale richtlijnen zijn gedefinieerd voor erftoegangswegen buiten de bebouwde kom. De reden is dat deze wegen onderling flink verschillen. De variatie hangt samen met het type landschap waarvan zij deel uitmaken, met een – al dan niet historisch ontstaan – wegenpatroon dat zich voegt naar de verkavelingswijze en met de locatie van de bebouwing ten opzichte van de weg. Daarnaast zijn er grote verschillen in gebruik (recreatief, economisch en dergelijke) en in de uitstraling (sfeer van landbouwweg, mate van beslotenheid en dergelijke). Gedachten, overwegingen en aandachtspunten Om bovenstaande reden is het niet mogelijk eenduidige richtlijnen te formuleren. Wel kunnen achterliggende gedachten, overwegingen en aandachtspunten voor het voetlicht worden gebracht, onder meer op basis van de filosofie van Natuurlijk Sturen [FS17], een wijze van inrichten van de weg die gebruikmaakt van de kenmerken van het aanwezige landschap. Aansluiten bij goede voorbeelden Voor een verdere uitwerking van het gedachtegoed over de inrichting van plattelandswegen is het wenselijk om voorbeelden te laten zien van verschillende soorten wegen en landschapstypen. Vooral plaatjes spreken daarbij. Echter, er zijn maar een beperkt aantal vernieuwde voorbeelden te vinden waarvan ook goede documentatie voorhanden is. Daarom wordt voor de indeling in wegtypen voor een belangrijk deel bij die voorbeelden aangesloten. Daarbij is in gedachten genomen dat een ideale indeling, gezien het grote onderlinge verschil in typen wegen, niet haalbaar is. Onderverdeling in weg over dijk – weg door het platteland – weg door lintbebouwing Een voorbeeld van een verdere uitwerking van het gedachtegoed over de inrichting van plattelandswegen is uitgewerkt in drie inspiratiebladen. Daarbij wordt uitgegaan van drie tracétypes, uitgaande van de grootste verschillen tussen de omgeving waarin zij liggen:
| |
Samenhang | Aandachtspunten |
|
|
Meer informatie | |
|