Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijn drempels, plateaus en uitritten
Deze tekst is gepubliceerd op 08-10-14

Verkeersplateaus

Verkeersplateaus zijn bedoeld voor kruispunten in verblijfsgebieden en zijn vormgegeven door een verhoogd kruisvlak, inclusief een aanloop van maximaal 5 m. Buiten de bebouwde kom worden verkeersplateaus aangetroffen op gevarenpunten voor bochten, voor obstakels of bij oversteken voor langzaam verkeer. Verkeersplateaus komen voor in de volgende verkeerssituaties (tabel 1, aan het begin van dit hoofdstuk):
  • een kruispuntplateau (ASVV 2012 11.3.2 [1])
  • plateau in combinatie met een oversteek voor het langzaam verkeer (voetgangersoversteekplaats VOP) (ASVV 2012 12.1.11 [1]) en geregelde voetgangersoversteekplaats GOP (ASVV 2012 12.1.10) [1])
  • busvriendelijk plateau (in plaats van een ‘bolle’ verhoging, en – indien mogelijk – situeren ter plaatse van bushalte (ASVV 2012 11.2.26 [1])
  • komgrens (ASVV 2012 13.1.6 [1])
  • een wegvakplateau (ter plaatse van gevarenpunten)
  • een solitair plateau (ASVV 2012 11.2.21 en 11.2.23 [1])
  • plateau over grotere lengte (30 à 50 m) (ASVV 2012 11.2.23 [1])
  • plateau met fietsvoorziening (ASVV 2012 11.2.22 [1])
Bij de afweging van de toepassing van een plateau op kruispunten is de voorrangsregeling van belang. Op voorrangskruispunten worden geen verkeersplateaus toegepast (zie figuur 12).
[ link ]

Figuur 10. Attentieverhogende werking van een verkeersplateau op een kruispunt

Er worden vier typen kruispunten onderscheiden:
  • Gelijkwaardig: hier gaat rechts voor
  • Voorrangskruispunt (voorrang geregeld door borden of markering)
  • Voorrangskruispunt geregeld met verkeerslichten of verkeersregelinstallatie (vri)
  • Rotonde
Alleen op gelijkwaardige kruispunten worden plateaus toegepast. Het verhoogde kruisvlak draagt bij aan de herkenbaarheid van gelijkwaardige kruispunten voor de weggebruiker.
Verkeersplateaus worden behalve op kruispunten, en kruisingen met langzaam verkeer (voetgangersoversteekplaatsen of fietsoversteken) of ter plaatse van bushaltes, ook op wegvakken toegepast, bijvoorbeeld op rechtstanden in erftoegangswegen met de bedoeling om de snelheid te beperken.
Plateaus ter hoogte van uitritconstructies moeten worden vermeden om verwarring over de voorrangssituatie te voorkomen. In Deel B wordt ingegaan op in- en uitritconstructies.
In verblijfsgebieden (woonerven) en 30 km/h­straten en -­zones ontbreekt een voorrangsregeling op kruispunten. Het gaat om gelijkwaardige kruispunten. Bestuurders van rechts gaat hier voor. De Uitvoeringsvoorschriften BABW maakt voor een aantal situaties uitzonderingen: bord B6 (‘verleen voorrang’) mag binnen 30 km/h zones alleen worden toegepast bij kruising van:
  • een vrijliggende busbaan;
  • een vrijliggend (= solitair) fiets- of fiets-/bromfietspad;
  • een hoofdfietsroute waarop beperkt gemotoriseerd verkeer is toegestaan;
  • rotondes binnen 30 km/h-zones.
Op gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom (50 km/h) zijn de meeste kruispunten door voorrang geregeld.