Maatvoering | - Algemene gehandicapten parkeerplaats
- | Hiervoor geldt de volgende maatvoering:- | langsparkeren ≥ 2,0 × 6,0 m (extra lengte parkeervak ≥ 1,5 m) |
- | haaksparkeren ≥ 3,5 × 5,0 m |
- | Bij een algemene gehandicaptenparkeerplaats wordt altijd een op- en afrit gesitueerd met een minimumbreedte van 1,2 m en een maximumhelling van 1:10 |
|
- Individuele gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken)
- | Hiervoor geldt de volgende maatvoering:- | langsparkeren ≥ 2,0 × 6,0 m (extra lengte parkeervak ≥ 1,5 m) |
- | haaks parkeren ≥ 3,5 × 5,0 m |
- | schuin parkeren ≥ 3,5 × 5,0 m |
|
|
Aantal gehandicaptenparkeerplaatsen | - Afstemmen op behoefte als gevolg van de functies. Bij gebouwgebonden parkeerplaatsen (ook woongebouwen) ten minste 2% van het totale aantal plaatsen en minimaal 1 plaats.
- Bij elke (grondgebonden) woning moet het mogelijk zijn een parkeerplaats volgens specificaties algemene gehandicapten- parkeerplaatsen te realiseren
- In parkeergarages ≥ 2% van totale aantal plaatsen, en minimaal 1 plaats
- Van de niet-gebouwgebonden parkeerplaatsen ≥ 2% van de totale capaciteit
|
Situering gehandicapten- parkeerplaatsen | - Gebouwgebonden gehandicaptenparkeerplaatsen worden zo dicht mogelijk bij de entree gesitueerd, bij voorkeur ≤ 50 m
- Gehandicaptenparkeerplaatsen in parkeergarages worden zo dicht mogelijk bij stijgpunten of een toegankelijke uitgang gesitueerd, bij voorkeur ≤ 25 m
- Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen worden evenredig verdeeld (over een stad)
- Parkeerplaatsen en -automaten zijn toegankelijk via looproutes
|
Parkeermeters en -automaten | - Gebruiksruimte vóór meter of automaat ≥ 2,1 × 2,1 m, drempelloos bereikbaar
- Bedieningselementen van parkeermeter of -automaat bevinden zich tussen 0,9 en 1,2 m
- Informatie bij parkeermeter of -automaat bevindt zich op een hoogte tussen 1,4 en 1,6 m
|