Voor wie is een goede toegankelijkheid van belang?
Iedereen heeft baat bij een toegankelijke openbare ruimte en toegankelijk openbaar vervoer (haltes en reis- en route-informatie). Ontwerpen voor een toegankelijke openbare ruimte gaan ervan uit dat straten en pleinen aangelegd worden voor iedereen: voor dagelijkse gebruikers, voor bezoekers, voor mensen zonder en met mobiliteitsbeperking. Het uitgangspunt bij een integraal toegankelijke openbare ruimte is dat elke gebruiker van de openbare weg zich zelfstandig moet kunnen voortbewegen met zo min mogelijk hulp van derden.
[ link ]
Trap is onderdeel van een geleidelijnroute
In Nederland hebben ongeveer vijf miljoen mensen een tijdelijke of blijvende mobiliteitsbeperking. Daarbij gaat het niet alleen om blinden, slechtzienden, rolstoelgebruikers, mensen die slecht ter been zijn, een rollator gebruiken of op krukken lopen. Ook ouderen, kinderen, lange mensen, korte mensen, mensen met blessures en mensen met kinderwagens of boodschappentassen worden af en toe geconfronteerd met hun beperkingen als gevolg van hindernissen in de openbare ruimte.
[ link ]
Geleidelijntegels met 7 golven en zwarte rubber waarschuwingstegels bij een trap
Mobiliteitsbeperkingen kunnen zoals aangegeven zeer divers zijn. In Nederland worden in het algemeen, naast de ‘gewone’ reiziger zonder beperkingen, de volgende groepen onderscheiden:
- Mensen met auditieve beperkingen
Ongeveer 1,5 miljoen mensen hebben een verminderd gehoor.Daarvan dragen er ongeveer 500.000 een hoortoestel. Door de vergrijzing zal dit aantal toenemen. - Mensen met visuele beperkingen
In 2013 waren er ongeveer 300.000 slechtzienden; in 2020 zullen dit er ongeveer 420.000 zijn. Ongeveer 16.000 mensen zijn blind. Om zich te kunnen oriënteren, hebben zij hulpmiddelen nodig zoals een taststok, routegeleiding en/of een geleidehond. Door de vergrijzing neemt het aantal visueel beperkten toe. - Mensen met motorische beperkingen
Er zijn circa 1,75 miljoen mensen met een motorische beperking. Het betreft hier mensen die problemen hebben met het zich verplaatsen als gevolg van een slechte loopfunctie en/of door bijvoorbeeld hun postuur. De problemen worden vaak gecompenseerd met een hulpmiddel zoals een rolstoel of een rollator. Ongeveer 10% van de mensen met een mobiliteitsbeperking is rolstoelgebonden. Er zijn veel ouderen die door hun leeftijd problemen hebben met hun motoriek. - Mensen met cognitieve en verstandelijke beperkingen
Tot deze groep behoren onder anderen mensen met oriëntatieproblemen, spraakproblemen en mensen met een verstandelijke beperking. Zij hebben moeite met de hoeveelheid (reis- en route-)informatie die wordt aangeboden en de manier waarop dat gebeurt. - Mensen met een tijdelijke mobiliteitsbeperking
Hier gaat het om mensen met een tijdelijke motorische klacht of blessure, mensen met buggy’s, mensen met zware en/of grote hoeveelheden bagage en vrouwen die in verwachting zijn.