1.1.2 Reflectoren

De reflectoren moeten een minimaal effectief oppervlakte van 4000 mm² hebben en moeten voldoen aan de normen die gesteld zijn in CEN 12899 [42].

Wat de hoogte betreft, wordt een afstand van 0,50 meter aangehouden tussen onderkant reflector en maaiveld. Een eenmaal gekozen hoogte moet consequent aangehouden worden.

De reflectoren moeten het invallende licht van de koplampen van een voertuig gelijkmatig terugkaatsen in de richting van dat voertuig en mogen niet plotseling opflitsen wanneer het voertuig voorbijrijdt.

Bij vluchtstroken, vluchthavens, enzovoort worden de reflectoren op de geleiderail geplaatst als de afstand tussen de zijkant van de geleiderail en de kant van de verharding 1,00 meter of minder is. Bij wegen zonder vluchtstroken worden de reflectoren op de eventueel aanwezige geleiderail bevestigd als de afstand tussen de zijkant van de geleiderail en de binnenkant van de kantstreep 2,00 meter of minder bedraagt. Zie figuur 1.3 en figuur 1.4.

Langs vluchthavens, parkeerhavens, bushaltes en parkeerstroken worden in het algemeen geen reflectorpalen geplaatst,tenzijdrieofmeerreflectorpalenterplaatse van deze voorzieningen kunnen worden geplaatst onder handhaving van de op de aansluitende wegvakken toegepaste onderlinge afstanden van de palen. Als deze voorzieningen in buitenbogen gelegen zijn, worden wel reflectorpalen geplaatst, zie figuur 1.5.

De plaatsing van reflectorpaaltjes wordt afgestemd op de plaats van de hectometerborden, zodanig dat aan beide zijde van het hectometerbord de afstand tot de reflectorpaal 50 meter bedraagt.

Combineren reflectoren en hectometerborden op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom
Vanuit oogpunt van duurzaamheid en beperken onderhoud kan overwogen worden om op rechtstanden van gebiedsontsluitingswegen (2x1 of 1x2 rijstroken), het aantal reflectorpaaltjes en/of het aantal hectometerpaaltjes te beperken. Opties voor reductie zijn:

• Geen hectometerpaaltjes plaatsen maar op de refloctorpaaltjes een groene sticker aanbrengen met de benodigde informatie. Deze reflectorpaaltjes met hectometer-sticker worden elke 100 meter geplaatst waarbij overwogen kan worden om hiertussen op 50 meter een gewone reflectorpaal te plaatsen. Provincies Friesland, Overijssel en Gelderland passen stickers toe op hectometerplaatjes.
• Aan één zijde van de rijbaan hectometerpaaltjes plaatsen en aan de andere zijde elke 100 meter een reflectorpaaltje die ermee op gelijke hoogte staat óf ermee telkens 50 meter verspringt. Bij deze laatste mogelijkheid kan een iets onrustiger wegbeeld ontstaan.
• Reflectorpaaltjes laten vervallen en uitsluitend hectometerpaaltjes plaatsen. Provincie Drenthe past dit toe.

Bij bochten en bij bermen met onvoldoende draagkracht wordt vermindering van reflectoren sterk afgeraden.

Zichtbaarheid
Voor een goede zichtbaarheid is regelmatig maaien van de berm alsook het schoonhouden van de reflectoren van belang. Voor het schoonhouden van de reflectoren kunnen alternatieve paaltjes worden toegepast met schuin afschermende 'flapjes' zoals in figuur 1.5a is weergegeven.

Reflectorpaaltjes en geleiderailreflectoren kunnen ook voorzien zijn van een of meer leds in het reflectorvlak, dit wordt de zogenoemde actieve (verticale) bebakening (AVB) genoemd. Deze bebakening kan afhankelijk van de lichtsterkte van de leds tot op 800 meter buiten het licht van de koplampen zichtbaar zijn en daarmee het verloop van de weg op grotere afstand accentueren.

De actieve bebakening kan net als actieve markeringen bestaan uit een bekabeld of een solar-systeem. Een bekabeld systeem kan net als bij actieve markeringen gelijktijdig in zijn geheel in- of uitgeschakeld worden. Bij solar-leds kan de schakeltijd afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar licht en vervuiling variëren.
De actieve verticale bebakening mag niet knipperen.
De led-reflectoren moeten wat betreft de kleur (rood en wit) en de reflectoreigenschappen voldoen aan de (NEN)-EN 12899 [43]. Een ledunit moet een geheel vormen met de reflector en de elektronica moet afdoende afgeschermd zijn. Reeds geplaatste reflectoren kunnen worden voorzien van ledunits die onlosmakelijk op de kop van de reflectorpaal worden geplaatst. Hierbij moet de bestaande reflector volledig zichtbaar blijven. De gehele reflectorpaal, inclusief led-/reflectorunit, moet tegen vandalisme beschermd zijn. Er moeten ook maatregelen worden genomen om diefstal van deze units tegen te gaan.
Voor de lichttechnische eisen, bekabeling en afscherming van de actieve (verticale) bebakening wordt verwezen naar de ‘Richtlijn voor actieve markering’ [32] waarvan de waarden voor actieve markeringen ook gelden voor de led-units.

Wanneer de keuze valt op actieve bebakening, dan zijn de plaatsingscriteria daarvoor dezelfde als voor de reguliere bebakening.