Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen 2024
Deze tekst is gepubliceerd op 14-10-11

6.1.2 Markering uitrijstrook stroomwegen

De markering van uitrijstroken bij stroomwegen bestaat uit (zie figuur 6.2):
  • Een inleidende dubbele kantstreep (0,20 - 0,05 - 0,20 meter) met een lengte van 50 meter.
  • Een 1-3-blokmarkering met een breedte van 0,45 meter als scheiding tussen de uitrijstrook en de rechtdoorgaande rijstrook (rijstroken).
  • Een puntstuk op het splitsingspunt van de doorgaande en de afbuigende rijbaan.
  • Pijlmarkering voor de afslaande beweging, zie paragraaf 6.1.3.
[ link ]

Figuur 6.2. Markering uitrijstroken op nationale en regionale stroomwegen

Om te voorkomen dat het eerste blok en de schuin weglopende kantstreep tegen elkaar komen, wordt de kantstreep langs de doorgaande rijstrook nog enkele meters doorgezet en wel zodanig dat de schuine kantstreep en het eerste blok elkaar niet raken. Op stroomwegen is de afstand waarover de streep wordt doorgezet een vaste maat, te weten 7,00 meter.
Tweestrooksuitvoegingen, tapers en splitsingen
Op nationale stroomwegen komen ook uitvoegingen met twee rijstroken voor en uitvoegingen waar bij het divergentiepunt de uitrijstrook wordt verdubbeld door middel van een zogenoemde taperoplossing. Verder is het ook mogelijk dat de rechterrijstrook bij een divergentiepunt wordt voortgezet in de afbuigende rijbaan (splitsing).
De markering van tweestrooksuitvoegingen en van splitsingen met een of meer rijstroken per rijbaan bestaat uit dezelfde elementen als bij de enkelstrooksuitvoeging.
In figuur 6.3 is de markering aangegeven van een uitrijstrook en een splitsing met taper. Ook is in deze figuur aangegeven hoe de markering eruitziet van een verdubbeling van de uitrijstrook en een splitsing met een extra rijstrook. In deze figuur is geen pijlmarkering weergegeven, zie hiervoor paragraaf 6.1.3.
Doorgetrokken streep op taperuitvoeging
Door een doorgetrokken streep toe te passen op een taperuitvoeging worden inhaalbewegingen op de taper voorkomen. Hierdoor wordt de verkeersveiligheid vergroot (conflicten op de uitvoeging worden voorkomen) en neemt de capaciteit van de uitvoeging toe, zie figuur 6.3.
[ link ]

Figuur 6.3. Markering van taperuitvoegingen en dubbele uitrijstroken.
Splitsing met een extra rijstrook1)Het punt waar de blokmarkering ter aankondiging van de splitsing wordt ingezet, wordt in samenhang met de bewegwijzering gekozen en start 50 meter stroomopwaarts van het derde bewegwijzeringsportaal.

Terugslag verkeer: aanpassingen aan uitvoegstrook
In situaties waarbij terugslag van het verkeer ontstaat op de uitvoegstroken zijn verschillende maatregelen mogelijk, zowel verkeerskundig als geometrisch. Verkeerskundige oplossingen moeten het eerst worden overwogen. Deze kunnen bestaan uit het verbeteren van de afwikkeling op de kruising met het onderliggend wegennet of het vergroten van de opstelcapaciteit op de afrit. Als geometrische maatregelen nodig zijn, heeft het de voorkeur een verlengd puntstuk te realiseren (zie figuur 6.4). Is er geen ruimte aanwezig hiervoor, dan wordt een dubbele doorgetrokken streep toegepast in combinatie met een (kort) puntstuk (zie figuur 6.5).
[ link ]

Figuur 6.4. Uitvoegstrook met verlengd puntstuk

[ link ]

Figuur 6.5. Uitvoegstrook met verlengde puntstuk via dubbele doorgetrokken streep