7.3.2.2.1 Opgeblazen fietsopstelstroken (OFOS)
Binnen de bebouwde kom kan op met verkeerslichten geregelde kruispunten een opgeblazen fietsopstelstrook (OFOS) worden toegepast. In dat geval krijgt de fietser een aparte ruimte (opstelgelegenheid) voor de opstelstrook (of opstelstroken) voor het autoverkeer om de fietser de gelegenheid te geven bij groen licht het kruispuntvlak als eerste op te rijden.
Een OFOS wordt bij voorkeur aangebracht wanneer er een opstelstrook voor het autoverkeer is. De OFOS mag echter ook worden toegepast bij twee opstelstroken voor het autoverkeer. In het laatste geval zijn er varianten mogelijk, afhankelijk van de gekozen richtingindeling van de stroken voor het autoverkeer.
Voor exclusieve rechtsafvakken wordt nooit een OFOS aangebracht. Voor exclusieve linksafvakken met een aparte fase in de verkeerslichtenregeling, moet apart een OFOS worden aangelegd. De OFOS kan extra accentuering krijgen door toepassing van een andere kleur verharding (rood).
Een OFOS wordt bij voorkeur aangebracht wanneer er een opstelstrook voor het autoverkeer is. De OFOS mag echter ook worden toegepast bij twee opstelstroken voor het autoverkeer. In het laatste geval zijn er varianten mogelijk, afhankelijk van de gekozen richtingindeling van de stroken voor het autoverkeer.
Voor exclusieve rechtsafvakken wordt nooit een OFOS aangebracht. Voor exclusieve linksafvakken met een aparte fase in de verkeerslichtenregeling, moet apart een OFOS worden aangelegd. De OFOS kan extra accentuering krijgen door toepassing van een andere kleur verharding (rood).
Details van de markering
Een OFOS wordt ingeleid door een fietsstrook van minimaal 25 meter lengte. De breedte is gelijk aan de voorgaande fietsstrook of suggestiestrook.De breedte voor de opstelstrook (of opstelstroken) voor het autoverkeer bedraagt minimaal 2,75 meter. De lengte van de OFOS bedraagt minimaal 4,00 meter en maximaal 5,00 meter. In het algemeen kan met 4,00 meter worden volstaan, alleen als het aanbod fietsers groot is moet tot een grotere maat worden overgegaan. Aan de voorzijde van de OFOS wordt de stopstreep uitgevoerd als een dwarsstreep van 0,30 meter. Aan de achterzijde (overgang van OFOS naar opstelstrook) worden twee stopstrepen van elk 0,15 meter aangebracht.
In figuur 7.20 en figuur 7.21 is de standaarduitvoering van een OFOS met enkele varianten aangegeven wanneer meer dan een opstelstrook voor het autoverkeer wordt aangelegd.
In andere situaties dan hier aangegeven, behoort geen OFOS toegepast te worden.
In figuur 7.20 en figuur 7.21 is de standaarduitvoering van een OFOS met enkele varianten aangegeven wanneer meer dan een opstelstrook voor het autoverkeer wordt aangelegd.
In andere situaties dan hier aangegeven, behoort geen OFOS toegepast te worden.
[ link ]
Figuur 7.20. Markering van een OFOS (opgeblazen fietsopstelstrook), standaarduitvoering en bij twee opstelstroken
[ link ]
Figuur 7.21. Markering van de varianten van een OFOS