Bogen
De onderzoeksvragen voor bogen zijn in de CROW notities als volgt omschreven:
- Wat heeft de weggebruiker nodig voor voldoende geleiding? Welke geleiding is minimaal nodig?
- Vraag 1: waar is geleiding nodig? Waar begint de bocht? - Vraag 2: welk bochtcategorieën zijn zinvol te onderscheiden (boogstraal, omgevings-kenmerken)? - Vraag 3: welke uitvoeringsvorm van inrichtingselementen is geschikt? - Langsmarkering - Berm/reflectorpaaltjes - Bochtschilden - Hm-paaltjes (in hoeverre relevant voor geleiding?) - Glasbollen of andere wegdekreflectoren - Vraag 4: welke dichtheid van elementen is nodig? - Vraag 5: wat is het effect van diverse geleidende elementen op de dominante ongevalstypen in bochten? - Vraag 6: welke rol speelt de omgeving van de bocht?
>Functionele specificatie van geleidende elementen op rechtstanden – welke functioneren het best? - Wat is goede langsmarkering?
- In relatie tot wegdekreflectie - In relatie tot kleur/contrast van het wegdek - Type 1 versus type 2 markering, thermoplast versus agglomeraat: hoe valt de vergelijking uit in bochten? - Goede langsmarkering is een basisvoorziening voor geleiding. Wat is de eerst volgende maatregel als de geleidende werking van markering niet voldoende is? - Wat is de toegevoegde waarde van glowing lines/glow in the dark markering?
>Functionele specificatie van langsmarkering in bochten?
Of samengevat:
- Wat heeft de weggebruiker nodig voor voldoende geleiding?
- Wat is goede langsmarkering?
- Wanneer heeft een bocht naast goede langsmarkering als basisvoorziening extra maatregelen nodig en welke zijn dat?
Met het voorliggende onderzoek worden eerste stappen gezet om deze vragen te beantwoorden. Het kader daarvoor wordt gevormd door de onderstaande inrichtingsvarianten die eveneens in de CROW notities zijn beschreven.
[ link ]
Tabel 2.2 Te onderzoeken inrichtingsvarianten voor bogen (bron: CROW notities, jan/juni 2016)
De inrichtingsvarianten die uiteindelijk binnen het kader van dit project onderzocht konden worden, zijn bepaald door de beschikbare onderzoekslocaties, zoals weergegeven in paragraaf 2.2.