Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Veilige inrichting van bermen van niet-autosnelwegen buiten de bebouwde kom
Deze tekst is gepubliceerd op 15-10-19

Prestatieklasse geleideconstructie

Bij het bepalen van de benodigde prestatieklasse van geleideconstructies speelt mee hoe de weg- en verkeerssituatie ter plaatse is. Denk hierbij aan:
  • de wegcategorie en de bijbehorende maximumsnelheid;
  • de verkeersintensiteit;
  • het ontwerpvoertuig of het kerend vermogen van de voorziening;
  • de weginrichting en de kans op enkelvoudige ongevallen, bijvoorbeeld krappe horizontale bogen;
  • de aard en omvang van de gevarenzone en eventueel het maatschappelijk belang daarvan.
In aardebaan
Voor autosnelwegen geldt de prestatieklasse H2. Rijkswaterstaat heeft deze bepaald op basis van een risicoanalyse [O45]. Op basis van de risicoanalyses, de eisen per prestatieklasse en de weg- en verkeersomstandigheden per wegcategorie zijn prestatieklassen vastgesteld. Deze staan in tabel 10-1.
Tabel 10-1. Prestatieklasse geleideconstructies per wegcategorie in aardebaan
Wegcategorie
Maximumsnelheid
Risico’s voor derden
Risico’s voor inzittenden
Nationale stroomweg (autosnelweg)
130 km/h
H2
H2
Regionale stroomweg (autoweg)
100 km/h
H2
H1
Gebiedsontsluitingsweg
80 km/h
N1
N1
Erftoegangsweg
60 km/h
T1
T1
Ongelijkvloerse kruisingen
Ongelijkvloerse kruisingen of aansluitingen leveren extra risico’s voor derden op. Aan risico’s voor derden wordt in principe een zwaarder gewicht toegekend dan aan de risico’s voor inzittenden. Dit kan aanleiding zijn om een zwaarder keringsniveau toe te passen.
De kans is groot dat zware vrachtauto’s door constructies met prestatieklasse H2 of lager heen breken. Op plaatsen waar de gevolgschade van een ongeval met een doorgebroken vrachtwagen onacceptabel hoog is (risico’s voor derden), is het noodzakelijk om een geleideconstructie te plaatsen met een hoger keringsniveau (klasse H4b). Voorbeelden van situaties binnen een afstand van 25 meter waar een hoger afschermingsniveau noodzakelijk kan zijn:
  • terreinen met chemische installaties waar de kans op ontploffingen groot is;
  • drukbezochte manifestatie- of recreatieterreinen;
  • verzorgingsplaatsen, zowel een brandstofverkooppunt als de rest van de verzorgingsplaats;
  • belangrijke (hogesnelheids)spoorlijnen;
  • bebouwing met instortgevaar;
  • op viaducten over spoorlijnen of andere snelwegen (in knooppunten);
  • bruggen over drukbevaren waterwegen;
  • langs kwetsbare ophangconstructies van grote bruggen zoals tuikabels en hangers;
  • bij steunpunten van kunstwerken die niet aanrijdbestendig zijn.
De keuze voor H4b-keringen, of om in dergelijke gevallen mogelijk bestaande H2-keringen te behouden, kan in een risicoanalyse onderbouwd worden. Hiervoor heeft Rijkswaterstaat het model KEVAM (Kerend Vermogen Afwegingsmodel) [O46] ontwikkeld.
Tabel 10-2 geeft de minimale prestatieklasse op kunstwerken. Onder kunstwerken zijn dezelfde prestatieklassen aan te houden als in aardebaan.
Tabel 10-2. Prestatieklassen geleideconstructies per wegcategorie op kunstwerken
Kruisende, bovenliggende infrastructuur
Onderliggende infrastructuur Maximum snelheid Nationale stroomweg Regionale stroomweg Gebiedsontsluitingsweg Erftoegangsweg
Nationale stroomweg (autosnelweg)
130 km/h
H2
H2
H2
N1
Regionale stroomweg (autoweg)
100 km/h
H2
H2
H2
N1
Gebiedsontsluitingsweg
80 km/h
H2
H2
N1
N1
Erftoegangsweg
60 km/h
H2
H1
N1
T1
Spoorlijn
H2
H2
H2
N1
Rivier/kanaal
H2
H2
N1
N1
Beek/sloot
H2
H1
N1
T1
Motorveilige geleiderail
De motorveilige geleideconstructie moet voor alle wegtypen voldoen aan de prestatieklasse C70, letselklasse I conform de definities uit de NPR-CEN/TS 1317-8 [O10], waarbij paragraaf 8.4 van die norm is uitgesloten. Zie ook paragraaf 9.5.