Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Verbeteren veiligheid AHOB-spoorwegovergangen
Deze tekst is gepubliceerd op 05-10-20

Middenberm

[ link ]

Afbeelding 3 Smalle middengeleider voor overweg

[ link ]

Afbeelding 4 Brede middengeleider met RGP met stel alternerend knipperende rode lichten.

Toepassingsgebied
  • Bij standaard ahob’s en (H)Alib’s. Niet toepasbaar bij mini-ahob’s.
  • Bij overwegen met voldoende wegbreedte.
Maatvoering
  • De vormgeving van een middengeleider is in principe voorbehouden aan de wegbeheerder. Vanuit overwegveiligheid is het echter gewenst om de middengeleider voldoende lengte te geven. Daarmee wordt de mogelijkheid om de geleider links voorbij te rijden in belangrijke mate verhinderd. Tevens is een zekere breedte gewenst. Er zal daarnaast voldoende rijstrookbreedte moeten overblijven voor een veilige afwikkeling van het verkeer.
  • Bij het plaatsen van een RGP met een stel alternerend knipperende rode lichten dient de middengeleider minimaal 2 meter breed te zijn.
  • Bij het plaatsen van een RGP met enkelvoudig knipperlicht dient de middengeleider minimaal 1,60 meter breed te zijn.
  • Vooral buiten de bebouwde kom is een inleidende markering en een inhaalverbod noodzakelijk. Op de overweg zelf zal volstaan moeten worden met een witte markering, waarbij minimaal de langsstrepen in het verlengde van de zijkant van de middengeleider over de overweg heen worden doorgetrokken.
  • De middengeleider moet zodanig breed zijn dat er ten minste een gele verkeerszuil met verkeersbord (BB22 ) op kan worden geplaatst. Bij een overweg met meer dan twee sporen, een overweg waar de sporen verder uit elkaar liggen of een overweg waar de weg het spoor in een grote hoek kruist, wordt aanbevolen om de middengeleider ook aan de zijde van het spoor te voorzien van een gele verkeerszuil met verkeersbord (BB22), om het verkeer dat de overweg af rijdt beter te kunnen geleiden.
  • De lengte van de middengeleider vóór de stopstreep moet minimaal 50 meter bedragen om effectief te zijn tegen ongewenst links passeren.
  • De uiteindelijke uitvoeringsvorm wordt mede bepaald door de directe overwegomgeving en de aanwezigheid van zijwegen en uitritten.
Combinatiemogelijkheden
  • Eventueel te combineren met een fiets- of voetgangersoversteek over de rijbaan in twee fasen, mits de dichtstbijzijnde rand van deze oversteek op zodanige afstand vanaf het hart van het dichtstbijzijnde spoor ligt dat een valstriksituatie voorkomen wordt.
Positieve aspecten
  • Een middengeleider van voldoende lengte voorkomt grotendeels dat motorvoertuigen slalommen en inhalen.
  • Een lagere naderingssnelheid van het gemotoriseerd verkeer.
Negatieve aspecten
  • Een middengeleider is een obstakel voor hulpdiensten om gemotoriseerd verkeer in te halen.