Basiskenmerken wegontwerp
Voor de aanpak van de verkeersonveiligheid heeft Nederland al jaren de aanpak Duurzaam Veilig. In een duurzaam veilig wegverkeerssysteem is het van belang dat de weg duidelijk is en dus ‘voor zichzelf spreekt’ en er toe oproept het juiste rijgedrag te vertonen. Het juiste rijgedrag wordt in grote mate bepaald door een herkenbaar en verkeersveilig wegontwerp. De weggebruiker moet in een oogopslag kunnen bepalen op welk wegtype hij rijdt en welk gedrag nodig is om daarop veilig te kunnen rijden. Hierbij is het van groot belang om het aantal wegtypen te beperken en ieder wegtype herkenbaar en onderling onderscheidend voor de weggebruiker te maken.
De basiskenmerken wegontwerp vormen de verbindende schakel tussen de weg categorisering en de vormgeving zelf.
In de vroegere en de huidige praktijk wordt een weg gecategoriseerd als een van de drie wegcategorieën volgens de principes van Duurzaam Veilig. Vervolgens maken externe invloeden een ideaal wegontwerp, behorend bij de wegcategorie, vaak lastig of onmogelijk. Onder druk van onder andere beperkte ruimte, beschikbaar budget en/of omgevingsinvloeden wordt afgeweken van de richtlijnen. Ontwerpelementen die essentieel zijn om de weg veilig te laten functioneren worden dan niet (juist) toegepast, veelal omdat de relatie van het ontwerpelement met verkeersveiligheid onvoldoende helder is bij de betrokkenen in de voorbereidingsfase. Het gevolg hiervan is een scala aan verschijningsvormen van de wegcategorieën, wat niet ten goede komt aan de herkenbaarheid van de wegtypen voor de weggebruikers. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het voor de weggebruiker niet altijd duidelijk is op wat voor soort weg hij rijdt en welk bijbehorend gedrag daar gewenst is.
In de vroegere en de huidige praktijk wordt een weg gecategoriseerd als een van de drie wegcategorieën volgens de principes van Duurzaam Veilig. Vervolgens maken externe invloeden een ideaal wegontwerp, behorend bij de wegcategorie, vaak lastig of onmogelijk. Onder druk van onder andere beperkte ruimte, beschikbaar budget en/of omgevingsinvloeden wordt afgeweken van de richtlijnen. Ontwerpelementen die essentieel zijn om de weg veilig te laten functioneren worden dan niet (juist) toegepast, veelal omdat de relatie van het ontwerpelement met verkeersveiligheid onvoldoende helder is bij de betrokkenen in de voorbereidingsfase. Het gevolg hiervan is een scala aan verschijningsvormen van de wegcategorieën, wat niet ten goede komt aan de herkenbaarheid van de wegtypen voor de weggebruikers. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het voor de weggebruiker niet altijd duidelijk is op wat voor soort weg hij rijdt en welk bijbehorend gedrag daar gewenst is.
Dit hoofdstuk geeft aan welke ontwerpelementen ten behoeve van de verkeersveiligheid wel en niet toegepast moeten worden.
Het is belangrijk te onderkennen dat de inhoud van dit hoofdstuk de huidige situatie weergeeft ten aanzien van de kennis over verkeersveiligheid en de effecten van ontwerpelementen op het rijgedrag en de kans op verkeersongevallen. De inhoud is tevens gebaseerd op de brede expertise in de vakwereld. Gedetailleerd en wetenschappelijk onderzoek naar effecten van het weglaten van ontwerpelementen in het wegontwerp is niet beschikbaar. SWOV doet daar in de komende jaren onderzoek naar.
Basiseisen, basiskenmerken en wegontwerp
In hoofdstuk 6.1 is ingegaan op de twaalf functionele eisen vanuit Duurzaam Veilig. Zeven eisen hebben betrekking op de wegcategorisering en vijf eisen op de invulling van het wegontwerp. Deze vijf functionele eisen geven aan waaraan een herkenbaar en verkeersveilig wegontwerp moet voldoen en worden de basiseisen genoemd. Aan deze vijf basiseisen is de ‘omgevingsinvloed’ toegevoegd vanwege het nieuwe element, stap 4, in de wegcategorisering. De zes basiseisen zijn aldus:
- wegcategorieën zijn herkenbaar.
- conflicten met tegemoetkomend verkeer worden vermeden.
- conflicten met kruisend en overstekend verkeer worden vermeden.
- verkeerssoorten zijn gescheiden.
- er zijn geen obstakels langs de rijbaan.
- er is een relatie tussen de weg en de omgeving.
Basiseisen
De basiseisen zijn de functionele eisen die betrekking hebben op het ontwerp en de inrichting van de weginfrastructuur. De basiseisen worden via basiskenmerken omgezet naar elementen die per wegcategorie in het wegontwerp moeten worden opgenomen of juist moeten ontbreken. Als niet aan een basiseis wordt voldaan, dan wordt sterk ingeleverd op de mate van verkeersveiligheid van de weg. Het risico op ongevallen/slachtoffers is dan hoger.
In het ontwerp komen de basiseisen tot uitdrukking via het toepassen of het weglaten van basiskenmerken. Hierdoor wordt de infrastructuur herkenbaar en functioneert deze veilig.
Basiskenmerken
Een basiskenmerk wegontwerp is een ontwerpelement dat altijd of juist nooit in het wegontwerp aanwezig moet zijn zodat de herkenbaarheid van de weg wordt bevorderd en de weg veilig functioneert. Als een basiskenmerk wordt weggelaten of wordt toegevoegd in afwijking van de richtlijnen, dan wordt ingeleverd op een van de zes basiseisen en daarmee op de mate van verkeersveiligheid.
De inrichting van een weg heeft een ideale of een minimale verschijning. Voor allebei geldt dat ze moet voldoen aan de uitgangspunten van Duurzaam Veilig Verkeer. Als ook het minimum niet ‘past’, dan moet de wegbeheerder zich realiseren dat voor de beoogde wegcategorie op de betreffende weg geen duurzaam veilige inrichting mogelijk is. Heroverweging van de toegekende weg categorie is mogelijk noodzakelijk.
Ideale inrichting
Als het wegontwerp voor een bepaalde wegcategorie aan alle basiseisen en basiskenmerken voldoet, dan is vanuit Duurzaam Veilig/verkeersveiligheid de ideale inrichting gerealiseerd. Een dergelijke inrichting is volledig conform de uitgangspunten van Duurzaam Veilig Verkeer. Naar deze situatie moet worden gestreefd.
Als het wegontwerp voor een bepaalde wegcategorie aan alle basiseisen en basiskenmerken voldoet, dan is vanuit Duurzaam Veilig/verkeersveiligheid de ideale inrichting gerealiseerd. Een dergelijke inrichting is volledig conform de uitgangspunten van Duurzaam Veilig Verkeer. Naar deze situatie moet worden gestreefd.
Minimale inrichting
In sommige bestaande situaties zal niet aan alle eisen kunnen worden voldaan en zal er gezocht worden naar een ontwerp dat in verschijningsvorm beperkter is dan de ideale inrichting. Deze minimale inrichting moet nog steeds voldoen aan de zes basiseisen als het stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen betreft. Aan het ontwerp worden compenserende maatregelen toegevoegd zodat het geheel alsnog veilig functioneert en herkenbaar is. Als wegen aan de minimale inrichting voldoen, dan zullen ze niet als ‘grijze weg’ worden aangemerkt omdat ze herkenbaar zijn ingericht en als geheel veilig zullen functioneren. Wegen die niet aan alle basiseisen voldoen of waarbij niet alle basiskenmerken zijn toegepast (of gecompenseerd) zullen waarschijnlijk als ‘grijze weg’ te boek staan. Een grijze weg zit onder het minimum en moet in fasen worden aangepakt.
In sommige bestaande situaties zal niet aan alle eisen kunnen worden voldaan en zal er gezocht worden naar een ontwerp dat in verschijningsvorm beperkter is dan de ideale inrichting. Deze minimale inrichting moet nog steeds voldoen aan de zes basiseisen als het stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen betreft. Aan het ontwerp worden compenserende maatregelen toegevoegd zodat het geheel alsnog veilig functioneert en herkenbaar is. Als wegen aan de minimale inrichting voldoen, dan zullen ze niet als ‘grijze weg’ worden aangemerkt omdat ze herkenbaar zijn ingericht en als geheel veilig zullen functioneren. Wegen die niet aan alle basiseisen voldoen of waarbij niet alle basiskenmerken zijn toegepast (of gecompenseerd) zullen waarschijnlijk als ‘grijze weg’ te boek staan. Een grijze weg zit onder het minimum en moet in fasen worden aangepakt.
Inrichting tussen ideaal en minimaal
Tussen de ideale en minimale inrichting ligt een speelruimte voor de beleidsmaker/wegontwerper. Vanuit verkeersveiligheid moet gestreefd worden naar een wegontwerp dat zo dicht mogelijk bij de ideale inrichting ligt. Dat kan door de ideale situatie als vertrekpunt te nemen en ‘af te pellen’ als een of twee basiskenmerken niet volledig kunnen worden toegepast. Dus er moet niet vanaf minimaal worden opgebouwd: ‘Wat kan extra worden gedaan bovenop het minimum?’, maar er moet worden afgepeld vanaf het ideaal: ‘Waar moet iets worden toegegeven en hoe kan dat worden gecompenseerd door een maatregel toe te voegen waardoor het eventuele negatieve effect wordt beperkt of weggenomen?’
Tussen de ideale en minimale inrichting ligt een speelruimte voor de beleidsmaker/wegontwerper. Vanuit verkeersveiligheid moet gestreefd worden naar een wegontwerp dat zo dicht mogelijk bij de ideale inrichting ligt. Dat kan door de ideale situatie als vertrekpunt te nemen en ‘af te pellen’ als een of twee basiskenmerken niet volledig kunnen worden toegepast. Dus er moet niet vanaf minimaal worden opgebouwd: ‘Wat kan extra worden gedaan bovenop het minimum?’, maar er moet worden afgepeld vanaf het ideaal: ‘Waar moet iets worden toegegeven en hoe kan dat worden gecompenseerd door een maatregel toe te voegen waardoor het eventuele negatieve effect wordt beperkt of weggenomen?’
Voor elke basiseis zijn basiskenmerken van toepassing om de basiseis op straat zichtbaar te maken. Er zijn negentien basiskenmerken, maar die komen niet allemaal in elk wegprofiel voor. Per wegcategorie worden verschil lende basiskenmerken toegepast zodat de onderlinge verschillen tussen de wegcategorieën duidelijk herkenbaar zijn.