Borden op basis van verkeerswetgeving

Verkeersborden vormen tezamen met verkeerslichten en verkeerstekens op het wegdek de verkeerstekens ( [ link ] ). Indien deze verkeerstekens een gebod of verbod inhouden, zijn de weggebruikers verplicht hieraan gevolg te geven. Verkeerstekens gaan namelijk altijd voor de algemene gedragregels voor zover deze regels onverenigbaar zijn met deze tekens ( [ link ] ). Voor verkeerstekens die een maximumsnelheid aanduiden, geldt een uitzondering ( [ link ] ). Verkeerslichten gaan overigens boven verkeerstekens ( [ link ] ) die de voorrang regelen.

De regels en aanbevelingen voor het gebruik en de uitvoering van onderborden is opgenomen in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn de regels en aanbevelingen voor verkeerstekens op het wegdek opgenomen.

[ link ]
[ link ]
[ link ]
[ link ]

In artikel 4 verwijst het BABW naar de in bijlage 1 van het RVV 1990 vastgestelde verkeersborden. De verkeerstekens op verkeersborden zijn in het RVV 1990 onderverdeeld in elf categorieën (hoofdstukken).

Daarnaast zijn in het BABW de regels vastgelegd voor de wegbeheerder. De bepalingen met betrekking tot verkeerstekens zijn uitgewerkt in de ‘ [ link ] ’. Hierin zijn de bepalingen voor verkeerslichten niet opgenomen; deze staan in de ’ [ link ] ’.

Nummering verkeersborden
Elk in het RVV 1990 vastgesteld verkeersbord is aangeduid met de letter van de desbetreffende categorie en een volgnummer. Gangbare verkeersborden die direct van de RVV-borden zijn afgeleid en overige borden (inclusief onderborden) zijn onder andere door de NEN-commissie Verkeerstekens en de Vereniging Nederlandse Verkeersborden Fabrikanten (VNVF) genummerd.

Bij de nummering van de borden is als uitgangspunt gehanteerd:

1. De nummering conform bijlage 1 van het RVV 1990.
2. De nummering conform de NEN-commissie Verkeerstekens en de VNVF.
3. De nummering conform CROW publicatie 134 ‘Richtlijn parkeerbebording’.