Hoofdstuk H. Bebouwde kom
Overzicht borden conform het RVV 1990.
Borden H1: bebouwde kom en H2: einde bebouwde kom
- Wegenverkeerswet
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord H1 en H2
Verkeersbesluit | Nee* |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen klasse III |
* Op grond van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 20a) is een besluit van de gemeenteraad noodzakelijk. |
1. Wegenverkeerswet
In [ link ] is opgenomen:
- De grenzen van de bebouwde kom of kommen van een gemeente worden vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad.
- Bij algemene maatregel van bestuur worden andere regels inzake de vaststelling van bebouwde kommen vastgesteld.
2. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
- De grens van de bebouwde kom, aangegeven door bord H1 en H2, wordt gekenmerkt door het begin van een langs de weg gelegen aaneengesloten bebouwing van zodanige omvang en dichtheid, dat een voor de weggebruiker duidelijk herkenbaar verschil in karakter van de wegomgeving aanwezig is met een buiten de bebouwde kom gelegen weg. Ter plaatse van de komgrens moet een zodanige wijziging van wegkenmerken voorkomen dat het verschil in karakter van de weg voor en na bord H1 of H2 aldaar zo veel mogelijk benadrukt wordt.
Plaatsing
- Bord H2 kan links of rechts van de weg of rijbaan worden geplaatst.
- Beide borden kunnen worden weggelaten langs voetpaden, onverplichte fietspaden en ruiterpaden.
3. Toepassing bord H1 en H2
Het bord H1 wordt geplaatst op de entree van de bebouwde kom. Bij het binnenrijden van de bebouwde kom wordt van de weggebruiker een ingrijpende aanpassing van zijn rijgedrag verwacht. Daarom is het van belang dat de overgang herkenbaar is. De herkenbaarheid moet zowel blijken uit de omgeving, als uit de inrichting van de weg.
Op de grens met de bebouwde kom kan bij het binnenrijden alleen worden volstaan met plaatsing van bord H1 (indien de weg zowel binnen als buiten de bebouwde kom een gebiedsontsluitingsfunctie heeft). Het bord A1 (maximumsnelheid 50 km/h) wordt dan achterwege gelaten, aangezien de maximumsnelheid van 50 km/h al volgt uit de algemene gedragsregel met betrekking tot de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom. Zonodig kan de overgang worden versterkt door het aanbrengen van ‘50’ op het wegdek. Indien op de grens van de bebouwde kom een 30 km/h-zone wordt binnengereden, wordt onder bord H1 het bord A0130zb aangebracht.
Het bord H2 wordt ook geplaatst op de grens met de bebouwde kom. Bij het verlaten van de bebouwde kom wordt het bord A2 (einde maximumsnelheid 50 km/h) altijd achterwege gelaten, aangezien het logisch is dat de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom niet meer geldt bij het verlaten van de bebouwde kom. Indien bij het verlaten van de bebouwde kom een 60 km/h-zone wordt ingereden, moet onder bord H2 het bord A0160zb worden aangebracht.
Plaatsing van het bord H2 wordt achterwege gelaten indien de komgrenzen van twee naast elkaar gelegen kernen nagenoeg samenvallen.
Op de borden H1 en H2 kan de gemeentenaam onder de plaatsnaam worden vermeld (bord H01b). Daarnaast kan in Friesland zowel de plaatsnaam als de gemeentenaam tevens in het Fries worden vermeld (bord H01c).
In de WVW 1994 en het BABW zijn de volgende artikelen opgenomen met betrekking tot het vaststellen van de bebouwde kom:
[ link ]
Bij de vaststelling van de grenzen van de bebouwde kom of kommen als bedoeld in artikel 20a van de wet, zijn de artikelen 23 en 24 van overeenkomstige toepassing.
- De grenzen van de bebouwde kom of kommen van een gemeente worden vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad.
- Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels inzake de vaststelling van bebouwde kommen vastgesteld.
Bij de vaststelling van de grenzen van de bebouwde kom of kommen als bedoeld in artikel 20a van de wet, zijn de artikelen 23 en 24 van overeenkomstige toepassing.
[ link ]
Door burgemeester en wethouders worden op kosten van de gemeente de grenzen van de bebouwde kom of kommen aangeduid voor zover en op de wijzen als bij ministeriele regeling bepaald.
Door burgemeester en wethouders worden op kosten van de gemeente de grenzen van de bebouwde kom of kommen aangeduid voor zover en op de wijzen als bij ministeriele regeling bepaald.
Voor meer informatie over de plaats en inrichting van komgrenzen wordt verwezen naar CROW-publicatie 135 'Bebouwdekomgrenzen - Aanbevelingen voor locatie en inrichting'.
De rode streep in het eindekombord moet 40 millimeter breed zijn. Het lettertype ANWB-Ee conform NEN 3381. Indien bij gebruik van dit lettertype het bord te lang wordt om te kunnen worden geplaatst, mag ANWB-Cc worden toegepast. De hoogte van de letters op het kombord moet zijn uitgevoerd volgens tabel 3 uit de NEN 3381 (zie ook hoofdstuk 2.4)
Aanverwante borden
4. Meer informatie
Voor meer informatie over de toepassing, uitvoering, plaatsing, maatvoering en combinatiemogelijkheden van de borden H1 en H2 zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.18 ‘H Bebouwde kom’.
De borden H1 en H2 kunnen bij verschillende typen komgrenzen worden toegepast. Meer informatie over de uitvoering van H1 en H2 bij deze typen komgrenzen is te vinden in CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 13.1.5 ‘Komgrens – middengeleider’, CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 13.1.8 ‘Komgrens – verhoogde tussenberm’,CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 13.1.11 ‘Komgrens – drempel’, en CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 13.1.12 ‘Komgrens – rijbaansplitsing’. Ook is meer informatie te vinden in CROW-publicatie 330 ‘Handboek wegontwerp – Gebiedsontsluitingswegen’, paragraaf 7.1.2 ‘Komgrens’.