Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Het ‘Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990’ ( [ link ] ) is bij Koninklijk Besluit van 26 juli 1990, Stb. 459, in werking getreden met ingang van 1 november 1991. Daarna is het RVV 1990 diverse malen gewijzigd en aangevuld.

Algemeen
Het RVV 1990 omvat veertien hoofdstukken en twee bijlagen. Hoofdstuk 3 (de artikelen 62 tot en met 81) omvat de regels omtrent verkeerstekens. Daarbij moet worden bedacht dat het RVV 1990 vooral op de weggebruiker is gericht en minder op de wegbeheerder en de wegontwerper. De wegontwerper dient echter de RVV-regels feilloos te kennen, waaronder de begripsbepalingen in hoofdstuk 1. Enkele voorbeelden hiervan staan hieronder.

In hoofdstuk 1 (artikel 1) van het RVV 1990 zijn handige begripsbepalingen opgenomen zoals:

• bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers;
• fietsstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;
• motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;
• parkeren: het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;
• verkeer: alle weggebruikers;
• verdrijvingsvlak: gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen zijn aangebracht.

In hoofdstuk 2 van het RVV 1990 zijn de verkeersregels opgenomen zoals:
‘Bestuurders zijn verplicht zo veel mogelijk rechts te houden’ en ‘Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden. Het naast elkaar rijden geldt niet voor snorfietsers’ (artikel 3 RVV 1990).

Als laatste voorbeeld:
‘Verkeerstekens gaan boven verkeersregels voor zover deze regels onverenigbaar zijn met deze tekens’ (artikel 63, RVV 1990). Voor verkeerstekens die een maximumsnelheid aanduiden gelden bijzondere bepalingen (artikel 63b). En ‘Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens die de voorrang regelen’ (artikel 64).

Verkeersborden
Voor verkeersborden zijn in het RVV 1990 de volgende regels opgenomen.

• Verkeersborden mogen op een elektronisch signaleringsbord worden weergegeven (artikel 64a).
• Ingeval een weg is verdeeld in rijstroken, kan de toepassing van een verkeersbord worden beperkt tot een of meer rijstroken (artikel 65).
• De verkeersborden E1, E2 en E3 van bijlage 1 RVV 1990 gelden slechts voor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst (artikel 65).
• Het parkeren van een voertuig en het plaatsen van een fiets en van een bromfiets is echter toegestaan op de daartoe bestemde weggedeelten (artikel 65).
• Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht en een aanduiding van het gebied van de zone is toegevoegd, geldt het verkeersbord in het aldus aangeduide gebied (artikel 66).
• Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht zonder aanduiding van het gebied van de zone, geldt het verkeersbord in een gebied dat wordt begrensd door het verkeersbord en een of meer in samenhang met dat verkeersbord geplaatste borden waarmee het einde van de zone wordt aangeduid (artikel 66).
• Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing, als bord E 10 van [ link ] is geplaatst (artikel 66).

Onderborden
In artikel 67 van het RVV 1990 zijn regels omtrent onderborden opgenomen.

1. Onder verkeersborden aangebrachte onderborden kunnen inhouden:
   1. een nadere uitleg van het verkeersbord;
   2. ingeval op een onderbord uitsluitend symbolen voorkomen: het verkeersbord geldt slechts voor de aldus aangeduide weggebruikers of het aldus aangeduide verkeersgedrag;
   3. ingeval op een onderbord het woord ‘uitgezonderd’ in combinatie met symbolen voorkomt: het verkeersbord geldt niet voor de aldus aangeduide weggebruikers of het aldus aangeduide verkeersgedrag.
2. Indien het beoogde verkeersgedrag wordt aangegeven door middel van teksten of tekens al dan niet in combinatie met symbolen, blijkt het beoogde verkeersgedrag uit het onderbord.
3. Symbolen op onderborden hebben dezelfde betekenis als die welke in [ link ] zijn opgenomen.

Verkeerstekens op het wegdek
In paragraaf 4 van hoofdstuk 3 (artikelen 76 tot en met 81) zijn regels met betrekking tot verkeerstekens op het wegdek gegeven. [ link ]

• [ link ]
• [ link ]
• [ link ]
• [ link ]
• [ link ]
• [ link ]